De articulatieplaats van medeklinkers (Koen Van Cauwenberge)

[d]
1. bilabialen: beide lippen belemmeren de uitgaande lucht
2. labiodentalen: de onderlip raakt de boventanden als de lucht ontsnapt
3. alveolairen: de tong raakt het bovenste tandvlees als de luchtstroom passeert
4. palatalen: tong tegen het harde verhemelte als de lucht ontsnapt
5. velairen: de tong raakt het zachte gedeelte van het verhemelte als de lucht ontsnapt
6. uvulairen: de huig belemmert de luchtstroom
7. glottaal: de stemspleet houdt de luchtstroom tegen
zoals in genre
1. bilabialen: beide lippen belemmeren de uitgaande lucht
2. labiodentalen: de onderlip raakt de boventanden als de lucht ontsnapt
3. alveolairen: de tong raakt het bovenste tandvlees als de luchtstroom passeert
4. palatalen: tong tegen het harde verhemelte als de lucht ontsnapt
5. velairen: de tong raakt het zachte gedeelte van het verhemelte als de lucht ontsnapt
6. uvulairen: de huig belemmert de luchtstroom
7. glottaal: de stemspleet houdt de luchtstroom tegen
zoals in gaan
1. bilabialen: beide lippen belemmeren de uitgaande lucht
2. labiodentalen: de onderlip raakt de boventanden als de lucht ontsnapt
3. alveolairen: de tong raakt het bovenste tandvlees als de luchtstroom passeert
4. palatalen: tong tegen het harde verhemelte als de lucht ontsnapt
5. velairen: de tong raakt het zachte gedeelte van het verhemelte als de lucht ontsnapt
6. uvulairen: de huig belemmert de luchtstroom
7. glottaal: de stemspleet houdt de luchtstroom tegen
[m]
1. bilabialen: beide lippen belemmeren de uitgaande lucht
2. labiodentalen: de onderlip raakt de boventanden als de lucht ontsnapt
3. alveolairen: de tong raakt het bovenste tandvlees als de luchtstroom passeert
4. palatalen: tong tegen het harde verhemelte als de lucht ontsnapt
5. velairen: de tong raakt het zachte gedeelte van het verhemelte als de lucht ontsnapt
6. uvulairen: de huig belemmert de luchtstroom
7. glottaal: de stemspleet houdt de luchtstroom tegen
[j]
1. bilabialen: beide lippen belemmeren de uitgaande lucht
2. labiodentalen: de onderlip raakt de boventanden als de lucht ontsnapt
3. alveolairen: de tong raakt het bovenste tandvlees als de luchtstroom passeert
4. palatalen: tong tegen het harde verhemelte als de lucht ontsnapt
5. velairen: de tong raakt het zachte gedeelte van het verhemelte als de lucht ontsnapt
6. uvulairen: de huig belemmert de luchtstroom
7. glottaal: de stemspleet houdt de luchtstroom tegen
[R] of de Franse huig - r
1. bilabialen: beide lippen belemmeren de uitgaande lucht
2. labiodentalen: de onderlip raakt de boventanden als de lucht ontsnapt
3. alveolairen: de tong raakt het bovenste tandvlees als de luchtstroom passeert
4. palatalen: tong tegen het harde verhemelte als de lucht ontsnapt
5. velairen: de tong raakt het zachte gedeelte van het verhemelte als de lucht ontsnapt
6. uvulairen: de huig belemmert de luchtstroom
7. glottaal: de stemspleet houdt de luchtstroom tegen
[r]
1. bilabialen: beide lippen belemmeren de uitgaande lucht
2. labiodentalen: de onderlip raakt de boventanden als de lucht ontsnapt
3. alveolairen: de tong raakt het bovenste tandvlees als de luchtstroom passeert
4. palatalen: tong tegen het harde verhemelte als de lucht ontsnapt
5. velairen: de tong raakt het zachte gedeelte van het verhemelte als de lucht ontsnapt
6. uvulairen: de huig belemmert de luchtstroom
7. glottaal: de stemspleet houdt de luchtstroom tegen
[l]
1. bilabialen: beide lippen belemmeren de uitgaande lucht
2. labiodentalen: de onderlip raakt de boventanden als de lucht ontsnapt
3. alveolairen: de tong raakt het bovenste tandvlees als de luchtstroom passeert
4. palatalen: tong tegen het harde verhemelte als de lucht ontsnapt
5. velairen: de tong raakt het zachte gedeelte van het verhemelte als de lucht ontsnapt
6. uvulairen: de huig belemmert de luchtstroom
7. glottaal: de stemspleet houdt de luchtstroom tegen
[f]
1. bilabialen: beide lippen belemmeren de uitgaande lucht
2. labiodentalen: de onderlip raakt de boventanden als de lucht ontsnapt
3. alveolairen: de tong raakt het bovenste tandvlees als de luchtstroom passeert
4. palatalen: tong tegen het harde verhemelte als de lucht ontsnapt
5. velairen: de tong raakt het zachte gedeelte van het verhemelte als de lucht ontsnapt
6. uvulairen: de huig belemmert de luchtstroom
7. glottaal: de stemspleet houdt de luchtstroom tegen
[p]
1. bilabialen: beide lippen belemmeren de uitgaande lucht
2. labiodentalen: de onderlip raakt de boventanden als de lucht ontsnapt
3. alveolairen: de tong raakt het bovenste tandvlees als de luchtstroom passeert
4. palatalen: tong tegen het harde verhemelte als de lucht ontsnapt
5. velairen: de tong raakt het zachte gedeelte van het verhemelte als de lucht ontsnapt
6. uvulairen: de huig belemmert de luchtstroom
7. glottaal: de stemspleet houdt de luchtstroom tegen
zoals in onfris
1. bilabialen: beide lippen belemmeren de uitgaande lucht
2. labiodentalen: de onderlip raakt de boventanden als de lucht ontsnapt
3. alveolairen: de tong raakt het bovenste tandvlees als de luchtstroom passeert
4. palatalen: tong tegen het harde verhemelte als de lucht ontsnapt
5. velairen: de tong raakt het zachte gedeelte van het verhemelte als de lucht ontsnapt
6. uvulairen: de huig belemmert de luchtstroom
7. glottaal: de stemspleet houdt de luchtstroom tegen
[s]
1. bilabialen: beide lippen belemmeren de uitgaande lucht
2. labiodentalen: de onderlip raakt de boventanden als de lucht ontsnapt
3. alveolairen: de tong raakt het bovenste tandvlees als de luchtstroom passeert
4. palatalen: tong tegen het harde verhemelte als de lucht ontsnapt
5. velairen: de tong raakt het zachte gedeelte van het verhemelte als de lucht ontsnapt
6. uvulairen: de huig belemmert de luchtstroom
7. glottaal: de stemspleet houdt de luchtstroom tegen
[k]
1. bilabialen: beide lippen belemmeren de uitgaande lucht
2. labiodentalen: de onderlip raakt de boventanden als de lucht ontsnapt
3. alveolairen: de tong raakt het bovenste tandvlees als de luchtstroom passeert
4. palatalen: tong tegen het harde verhemelte als de lucht ontsnapt
5. velairen: de tong raakt het zachte gedeelte van het verhemelte als de lucht ontsnapt
6. uvulairen: de huig belemmert de luchtstroom
7. glottaal: de stemspleet houdt de luchtstroom tegen
zoals in sj
1. bilabialen: beide lippen belemmeren de uitgaande lucht
2. labiodentalen: de onderlip raakt de boventanden als de lucht ontsnapt
3. alveolairen: de tong raakt het bovenste tandvlees als de luchtstroom passeert
4. palatalen: tong tegen het harde verhemelte als de lucht ontsnapt
5. velairen: de tong raakt het zachte gedeelte van het verhemelte als de lucht ontsnapt
6. uvulairen: de huig belemmert de luchtstroom
7. glottaal: de stemspleet houdt de luchtstroom tegen
[t]
1. bilabialen: beide lippen belemmeren de uitgaande lucht
2. labiodentalen: de onderlip raakt de boventanden als de lucht ontsnapt
3. alveolairen: de tong raakt het bovenste tandvlees als de luchtstroom passeert
4. palatalen: tong tegen het harde verhemelte als de lucht ontsnapt
5. velairen: de tong raakt het zachte gedeelte van het verhemelte als de lucht ontsnapt
6. uvulairen: de huig belemmert de luchtstroom
7. glottaal: de stemspleet houdt de luchtstroom tegen
[w]
1. bilabialen: beide lippen belemmeren de uitgaande lucht
2. labiodentalen: de onderlip raakt de boventanden als de lucht ontsnapt
3. alveolairen: de tong raakt het bovenste tandvlees als de luchtstroom passeert
4. palatalen: tong tegen het harde verhemelte als de lucht ontsnapt
5. velairen: de tong raakt het zachte gedeelte van het verhemelte als de lucht ontsnapt
6. uvulairen: de huig belemmert de luchtstroom
7. glottaal: de stemspleet houdt de luchtstroom tegen
[z]
1. bilabialen: beide lippen belemmeren de uitgaande lucht
2. labiodentalen: de onderlip raakt de boventanden als de lucht ontsnapt
3. alveolairen: de tong raakt het bovenste tandvlees als de luchtstroom passeert
4. palatalen: tong tegen het harde verhemelte als de lucht ontsnapt
5. velairen: de tong raakt het zachte gedeelte van het verhemelte als de lucht ontsnapt
6. uvulairen: de huig belemmert de luchtstroom
7. glottaal: de stemspleet houdt de luchtstroom tegen
[n]
1. bilabialen: beide lippen belemmeren de uitgaande lucht
2. labiodentalen: de onderlip raakt de boventanden als de lucht ontsnapt
3. alveolairen: de tong raakt het bovenste tandvlees als de luchtstroom passeert
4. palatalen: tong tegen het harde verhemelte als de lucht ontsnapt
5. velairen: de tong raakt het zachte gedeelte van het verhemelte als de lucht ontsnapt
6. uvulairen: de huig belemmert de luchtstroom
7. glottaal: de stemspleet houdt de luchtstroom tegen
[v]
1. bilabialen: beide lippen belemmeren de uitgaande lucht
2. labiodentalen: de onderlip raakt de boventanden als de lucht ontsnapt
3. alveolairen: de tong raakt het bovenste tandvlees als de luchtstroom passeert
4. palatalen: tong tegen het harde verhemelte als de lucht ontsnapt
5. velairen: de tong raakt het zachte gedeelte van het verhemelte als de lucht ontsnapt
6. uvulairen: de huig belemmert de luchtstroom
7. glottaal: de stemspleet houdt de luchtstroom tegen
zoals in franje
1. bilabialen: beide lippen belemmeren de uitgaande lucht
2. labiodentalen: de onderlip raakt de boventanden als de lucht ontsnapt
3. alveolairen: de tong raakt het bovenste tandvlees als de luchtstroom passeert
4. palatalen: tong tegen het harde verhemelte als de lucht ontsnapt
5. velairen: de tong raakt het zachte gedeelte van het verhemelte als de lucht ontsnapt
6. uvulairen: de huig belemmert de luchtstroom
7. glottaal: de stemspleet houdt de luchtstroom tegen
zoals in lachen
1. bilabialen: beide lippen belemmeren de uitgaande lucht
2. labiodentalen: de onderlip raakt de boventanden als de lucht ontsnapt
3. alveolairen: de tong raakt het bovenste tandvlees als de luchtstroom passeert
4. palatalen: tong tegen het harde verhemelte als de lucht ontsnapt
5. velairen: de tong raakt het zachte gedeelte van het verhemelte als de lucht ontsnapt
6. uvulairen: de huig belemmert de luchtstroom
7. glottaal: de stemspleet houdt de luchtstroom tegen
[b]
1. bilabialen: beide lippen belemmeren de uitgaande lucht
2. labiodentalen: de onderlip raakt de boventanden als de lucht ontsnapt
3. alveolairen: de tong raakt het bovenste tandvlees als de luchtstroom passeert
4. palatalen: tong tegen het harde verhemelte als de lucht ontsnapt
5. velairen: de tong raakt het zachte gedeelte van het verhemelte als de lucht ontsnapt
6. uvulairen: de huig belemmert de luchtstroom
7. glottaal: de stemspleet houdt de luchtstroom tegen
[g] zoals in garçon
1. bilabialen: beide lippen belemmeren de uitgaande lucht
2. labiodentalen: de onderlip raakt de boventanden als de lucht ontsnapt
3. alveolairen: de tong raakt het bovenste tandvlees als de luchtstroom passeert
4. palatalen: tong tegen het harde verhemelte als de lucht ontsnapt
5. velairen: de tong raakt het zachte gedeelte van het verhemelte als de lucht ontsnapt
6. uvulairen: de huig belemmert de luchtstroom
7. glottaal: de stemspleet houdt de luchtstroom tegen
[h]
1. bilabialen: beide lippen belemmeren de uitgaande lucht
2. labiodentalen: de onderlip raakt de boventanden als de lucht ontsnapt
3. alveolairen: de tong raakt het bovenste tandvlees als de luchtstroom passeert
4. palatalen: tong tegen het harde verhemelte als de lucht ontsnapt
5. velairen: de tong raakt het zachte gedeelte van het verhemelte als de lucht ontsnapt
6. uvulairen: de huig belemmert de luchtstroom
7. glottaal: de stemspleet houdt de luchtstroom tegen
zoals in zang
1. bilabialen: beide lippen belemmeren de uitgaande lucht
2. labiodentalen: de onderlip raakt de boventanden als de lucht ontsnapt
3. alveolairen: de tong raakt het bovenste tandvlees als de luchtstroom passeert
4. palatalen: tong tegen het harde verhemelte als de lucht ontsnapt
5. velairen: de tong raakt het zachte gedeelte van het verhemelte als de lucht ontsnapt
6. uvulairen: de huig belemmert de luchtstroom
7. glottaal: de stemspleet houdt de luchtstroom tegen

De articulatieplaats van medeklinkers (Koen Van Cauwenberge)

Multiple-choice oefening