Immanente of functionele poëzie (Koen Van Cauwenberge)
Multiple-choice oefening
Kies het juiste antwoord bij elke vraag.
Lees "Vademecum voor de dichter" van Richard Minne en duid hieronder aan wat de dichter zegt over het schrijven of het wezen van poëzie. Je moet in dit geval twee ideeën aanduiden.
Lees "Het kind en ik" van Martinus Nijhoff en duid hieronder aan wat de dichter zegt over het schrijven of het wezen van poëzie.
Lees "Woningloze" van Slauerhoffen duid hieronder aan wat de dichter zegt over het schrijven of het wezen van poëzie.
Lees "Voor wie dit leest" van Leo Vroman en duid hieronder aan wat de dichter zegt over het schrijven of het wezen van poëzie. In dit geval moet je twee ideeën aanduiden.
Lees "Ars Poëtica" van Cees Buddingh en duid hieronder aan wat de dichter zegt over het schrijven of het wezen van poëzie.
Lees "Kunst" van Roland Jooris en duid hieronder aan wat de dichter zegt over het schrijven of het wezen van poëzie.
Lees "Ik tracht op poëtisch wijze" van Lucebert en duid hieronder aan wat de dichter zegt over het schrijven of het wezen van poëzie.
Lees "Credo" van Hans Andreus en duid hieronder aan wat de dichter zegt over het schrijven of het wezen van poëzie.
Lees "Credo" van Remco Camperten duid hieronder aan wat de dichter zegt over het schrijven of het wezen van poëzie.
Lees "Ik schrijf je neer" van Hugo Claus en duid hieronder aan wat de dichter zegt over het schrijven of het wezen van poëzie.
Lees "De angst voor het witte blad" van Tom Lanoye en duid hieronder aan wat de dichter zegt over het schrijven of het wezen van poëzie.
Lees "Analyse" van Tom Lanoye en duid hieronder aan wat de dichter zegt over het schrijven of het wezen van poëzie.