Taalzorg (Deel 1): Verwarrende woorden (Koen Van Cauwenberge)

Gatenvuloefening

Vul de gaten in. Druk dan op "Antwoord controleren" om uw antwoorden te controleren.
Kies het juiste woord tussen haakjes en vul het in.

1. Het zwembad is gesloten. (een en ander / het een en ander) heeft te maken met VLAREM II.
2. De leerling bleef maar (allusies / illusies) maken op de flaporen van de leraar.
3. Ik ga (binnenkort / kortelings) naar de Verenigde Staten.
4. Ik zie haar iedere dag aan mijn bushalte, maar ik weet niet hoe ze (heet / noemt).
5. Op sommige (kraamafdelingen / moederhuizen) mag de kersverse vader ook blijven slapen op de kamer van zijn vrouw en zijn kindje.
6. Doe niet zo (houterig / houtig) en probeer wat vlot over te komen.
7. De dieven van de (inbraak / inbreuk) bij kapper Gino zijn nooit gevat.
8. De brandweer kon de brand (tijdelijk / tijdig) blussen zodat het vuur niet oversloeg naar de andere huizen.wiefelen of
9. De houthakker was hout aan het (kies voor de standaardtaal in Nederland hier: klieven / kloven) voor de open haard.
10. (kies voor de standaardtaal in Nederland hier: allicht / wellicht) kent ze jouw baas. Ze is zijn dochter!
11. Anja was om twee uur nog niet thuis. Haar moeder vroeg zich (ongerust / rusteloos) af waar ze toch bleef.