Taalzorg (Deel 2): Verwarrende woorden (Koen Van Cauwenberge)

Gatenvuloefening

Vul de gaten in. Druk dan op "Antwoord controleren" om uw antwoorden te controleren.
Kies het juiste woord tussen haakjes en vul het in.

1. Ze (kent / kan) vier talen.
2. Ik was (niet in het minst / niet het minst) verbaasd dat hij naar Australië immigreerde. Ik wist altijd al dat in Australië wonen zijn grote droom was.
3. Morgen komen ze een nieuwe (sceptische / septische) put steken.
4. De regering legde het (wetsontwerp / wetsvoorstel) voor aan het parlement.
5. Bank in de betekenis van "financiële instelling" is een (homoniem / synoniem / antoniem) van bank in de betekenis van een zitbank.
6. De pastoor zegende (kwistig / verkwistend) met het wijwater.
7. Ze kon niet naar zijn trouwreceptie komen (aangezien / mits / vermits) ze toen op zakenreis in Tokio was.
8. Ik (ben vergeten / heb vergeten) hoe hij heet.
9. Ik heb de onderkant van onze nieuwe deur (geveild / gevijld) zodat ze niet meer zou slepen.
10. De buurtbewoners stonden zeer (vijandelijk / vijandig) tegenover de bouw van de nieuwe afvalverbrandingsoven.