Taalzorg 4: Verwarrende woorden (Koen Van Cauwenberge)

Gatenvuloefening

Vul de gaten in. Druk dan op "Antwoord controleren" om uw antwoorden te controleren.
1. De politie staat paraat (om / voor) je te helpen.
2. Toen hij haar zag, was het liefde op het eerste (gezicht / zicht).
3. Uit de (schouw / schoorsteen) kwam er rook.
4. Jouw broer moet stoppen met (valsspelen / zeuren) of hij mag niet meer mee doen.
5. Mag ik je (regenscherm / paraplu) even lenen?
6. Pas op dat je niet op die (duimspijker / punaise) trapt.
7. Zijn lief is groter (dan / als) hijzelf.
8. Ik drink iedere morgen een (tas / kop) koffie.
9. De koning (duidt aan / stelt aan) wie de volgende regering zal mogen vormen.
10. Het leger moet (effectiever / efficiënter) beginnen soldaten recruteren.
11. Ik weet niet waar mijn (kaft / map) met al mijn notities van wiskunde zou kunnen zijn.
12. De groenen zullen hun campagne voor een beter leefmilieu blijven (verderzetten / voortzetten).