(1997)

 

Scenario:          Ron CLEMENTS, John MUSKER, Bob SHAW, Donald McENERY en Irene MECCHI

Muziek:            Alan MENKEN; teksten: David ZIPPEL

Productie:         Alice DEWEY, John MUSKER, Ron CLEMENTS

Directie:            John MUSKER en Ron CLEMENTS      

 

Verhaal Een goddelijk kind wordt per ongeluk mens, achterhaalt zijn ware afkomst, ontdekt de liefde … en wordt een echte held!
Inspiratie De makers van deze film haalden hun inspiratie in de Griekse oudheid en meer bepaald uit de rijke verhalenschat van de oude Grieken zelf. Deze verhalen, mythen genaamd, evoceerden de wereld, kort na zijn ontstaan. Goden en godinnen maakten er de dienst uit, in de eerste plaats de oppergod Zeus (de god die de bliksem slingert) en zijn vrouw, de godin Hera. Zij woonden in een paleis op de berg Olympos, waar zij samen met vele andere goden (Apollo, Athene, Aphrodite, Hermes, Hephaestus, …) vrolijk feestend hun dagen doorbrachten. 

Hoewel de goden onsterfelijk waren, lag er toch een schaduw over hun gelukkig bestaan. Zeus had de heerschappij over wereld en heelal moeten veroveren op een oudere generatie goden onder leiding van zijn vader Kronos: de Titanen. Die hield hij gevangen in het diepste van de hel, de Tartarus. Zij bleven echter een bedreiging voor Zeus. Ook andere wezens betwistten het gezag van Zeus en wilden hem en zijn familie ten val brengen: de reuzen of Giganten. Deze kolossen bestormden op een goede dag de Olympos en konden uiteindelijk slechts verslagen worden toen Zeus hulp kreeg van zijn sterke zoon, de held Hercules.

           

Hercules Hercules was slechts een van de honderden helden uit de geschiedenis van de vroegste tijden, maar zeker één van de beroemdste. Over hem werden vele verhalen verteld, waaronder het verhaal van de twaalf werken het meest be­kendheid verwierf. Dat is niet zo verwonderlijk, want de Grieken hadden ook hun feuilletons of soaps, vertolkt door professionele zangers. Zo waren de werken van Hercules goed voor twaalf ‘afleveringen’, of twaalf ‘recitals’ rond het thema ‘Mission Impossible’:

01.             de leeuw van Nemea  
02.             de hydra van Lerna
03.             de Cernytische hinde
04.             de ever van Erymanthus
05.             de stallen van Augeas
06.             de vogels van Stymphalus
07.             de stier van Kreta
08.             de merries van Diomedes
09.             de gordel van Hippolyte
10.             de kudde van Geryon
11.             de appels van de Hesperiden
12.             Cerberus

Deze succesreeks met haar spectaculaire krachtpatserijen (vgl. onze ‘actie’-films) kreeg natuurlijk ook nog ‘sequels’ en ‘prequels’, waarin een flinke scheut romantiek aan het geweld werd toegevoegd.  Zo is er het verhaal van Hercules die zijn vaderstad Thebe bevrijdt van de overheersing door Orchomenus en als beloning met Megara, de dochter van de koning, mag huwen: een sprookjeshuwelijk als happy-end! Mocht het nog wat zoeter? – Geen probleem: Hercules kwam eens langs bij een vriend (Admetus), wiens jonge vrouw (Alcestis) pas gestorven was. In pijnlijke omstandigheden, mag je wel zeggen. Want in feite was het Admetus die moest sterven. De Dood was echter bereid om genoegen te nemen met het leven van iemand anders, als die in de plaats van Admetus wou sterven. Niemand wou, zelfs de bejaarde ouders van Admetus niet. Zo nam uiteindelijk Alcestis uit liefde voor haar man zijn plaats in. Dat bleek voor Admetus nog erger dan zelf te sterven. Maar Hercules trok naar het dodenrijk en haalde Alcestis terug naar de wereld van de levenden. Zelfs tegenover Hades, de god van het dodenrijk, kon Hercules kennelijk doorslaande argumenten gebruiken. 

Vond men dat te zoet? – Geen nood, met evenveel plezier werd een psychologisch drama neergezet. Hercules zou eens met zijn giftige pijlen de centaur (half paard, half man) Nessus gedood hebben. Dat monster probeerde er immers met zijn vrouw Deïanira vandoor te gaan. De stervende Nessus raadde Deïanira aan zijn bloed op te vangen. Wanneer Hercules ooit met een andere vrouw een nieuw leven zou proberen te beginnen, moest Deïanira maar een beetje van dat bloed in Hercules’ klederen strijken: hij zou op slag niet meer denken aan een andere vrouw! Toen kort nadien de mooie Iole in het leven van Hercules verscheen, paste Deïanira het trucje van de centaur toe … en Hercules werd gek van de pijn: het giftige bloed drong langs de huid steeds dieper zijn lichaam binnen en uiteindelijk liet Hercules zich op een brandstapel verbranden om bevrijd te worden van deze helse kwelling.

Voor amateurs van (figuurlijk) aangebrande kost werden dan weer verhalen verzonnen over Hercules en de dochters van Thespis (Vijftig-in-één-nacht) of over zijn avonturen in dienst van Omfale, de koningin van het exotische Lydië (een eerder zwoele parodie op de twaalf werken).

De bewerking    De makers van Disney’s Hercules hebben goed begrepen dat hèt Herculesverhaal niet bestaat. Dat liet hen de vrijheid om te kiezen uit de bestaande verhalen en het geselecteerde materiaal creatief te bewerken. Hun raamverhaal werd de langvoorspelde opstand tegen de goden op de Olympos, waarin alleen Hercules de oppergod Zeus en zijn godenfamilie kon redden. Hoe zij dit raamverhaal opvulden, kom je via dit lijstje van de ‘acteurs’ te weten:

-         Zeus: oppergod; vader van Hercules. Hij kan niet verhinderen dat de baby Hercules ontvoerd wordt en zijn onsterfelijkheid verliest, maar moedigt zijn verloren zoon aan om een echte held te worden en zo zijn onsterfelijkheid te herwinnen.

-         Hera: vrouw van Zeus en moeder van Hercules. Dit moederschap is een gezinsvriendelijke ingreep in de mythische traditie die Hercules een buitenechtelijk kind van Zeus noemt. De prent moest in de eerste plaats toch een familiefilm worden, vond regisseur Ron Clements.

-         Amphitryo en Alcmene: in de mythen is hij een koning, zij de koningin en uitverkorene van Zeus. In de film werden zij twee eenvoudige stervelingen, van wie het huwelijk kinderloos gebleven is. Zij vinden de baby Hercules en voeden hem als hun eigen kind op.

-         Hades: god van het dodenrijk, broer van Zeus. Hij wil Zeus ten val brengen en zelf oppergod worden met de hulp van de Titanen. Een slechterik vol zwarte humor.

-         Pijn en Paniek: in de mythologie zijn zij geduchte assistenten van de oorlogsgod Ares. Hier worden zij twee onhandige en niet al te snuggere monstertjes in dienst van van Hades. Zij slagen erin de baby Hercules te ontvoeren en hem zijn onsterfelijkheid te ontnemen, maar kunnen hem niet doden: zelfs sterfelijk blijft Hercules hen te sterk. 

-         Meg: voluit Megara. Niet bepaald de brave prinses die op haar droomprins wacht. In dienst van Hades probeert zij ondermeer de centaur Nessus (“de bewaker van de rivier”) tot medewerking aan de opstand tegen Zeus te bewegen. Later zet Hades haar in tegen Hercules als lokaas, spionne en chantagemiddel. Zij wordt echter verliefd op Hercules, redt hem ten koste van haar eigen leven. Maar Hercules haalt  haar weer terug uit de dodenwereld (vgl. het Alcestis-verhaal) en verkiest een leven aan haar zijde boven een onsterfelijk godenbestaan. 

-         Pegasus: troeteldiertje van baby Hercules. Later is dit gevleugelde paard zijn onmisbare hulp bij het verslaan van monsters en Titanen. In de mythologie gebruikt de held Bellerophon Pegasus om de monsterlijke Chimaera te verslaan. 

-         Titanen: chaotische oerwezens, door Zeus bedwongen, maar door Hades weer ontketend. Hercules schakelt ze definitief uit. Reeds in de oudheid had men het moeilijk om ze duidelijk te onderscheiden van de Giganten of reuzen.

-         Phil: voluit Philoctetes. Een grappige satyrfiguur (meer bok dan mens), gediplomeerde coach en trainer van helden. Hij turnt Hercules om van een sterke, maar onhandige slungel tot een succesvolle held met ster-allures.

-         De Muzen: vijf muzikale dochters van Zeus. Zij vertellen het verhaal van Hercules in meeslepende gospelsongs (inleiding, overgangen, slot). De Grieken kenden negen muzen, maar componist Alan Menken verkoos een moderne ‘meidengroep’ boven een koor. 

-         De Schikgodinnen (Eng. Fates/Visions; Ned. Visies): in de mythologie spinnen deze wezens, Moiren genaamd,  de levensdraad van iedere mens, meten die draad af, en knippen hem tenslotte door. Omdat elke fysieke beschrijving van de Moiren ontbreekt, werden zij in de film geportretteerd als de Graeae, een akelig trio oude vrouwen: zij hadden slechts één oog en één tand beurtelings in gebruik en konden de toekomst voorspellen.

Kritiek: Toen de film in omloop gebracht werd, zagen de recensenten er geen meesterwerk in. Men ergerde zich aan de Disney-clichés (moraliseren over het ware heldendom, suikerzoete ouderliefde, tranerige romantiek …) en aan de vele ‘fouten’ tegen de mythologie: geen negen, maar vijf muzen; Hercules geen zoon van Alcmene, maar van Hera; Pegasus hoort bij Bellerophon, niet bij Hercules; niet Hercules, maar Perseus versloeg de Gorgo. En bovenal: waar waren de twaalf werken gebleven?

Veel van deze kritiek is onterecht, maar wel begrijpelijk: in deze film zit ongelofelijk veel informatie verwerkt, zoveel, dat het allemaal wat te snel moet gaan. Goden en muzen zijn bijvoorbeeld heel zorgvuldig getypeerd via hun attributen (goden: Poseidon met de drietand, Athena met haar helm, Hermes met zijn vleugelhoed, -staf en –schoenen; muzen: Clio met haar boekrol, Melpomene met haar tragediemasker, Euterpe met haar dubbelfluit), maar je krijgt amper de tijd om het op te merken. Hetzelfde geldt voor de werken van Hercules: het gevecht met de hydra krijgt alle aandacht, maar in het liedje “From Zero to Hero” krijg je aan sneltreinvaart de ever van Erymanthus, de stier van Kreta, de vogel(s) van Stymphalus. Het doden van de leeuw van Nemea is voorondersteld, wanneer Hercules in het leeuwenvel (Scar uit The Lion King!) poseert voor een vazenschilder. De klus in de stallen van Augeas en de gordel van Hippolyte staan nog op het lijstje van trainer Phil. Wie alleen maar het verhaaltje volgt, merkt dit alles gegarandeerd niet op, evenmin als de terloopse verwijzingen naar Narcissus, de doos van Pandora, het Trojaanse paard, de zonnewagen van Helius (bij de overgang van dag naar nacht), Theseus, Achilles en Jason. 

De oude Grieken zouden zich met deze prent best hebben kunnen verzoenen. Mythen veranderen, aanpassen aan de eigen tijd en aan het eigen publiek met eigentijdse muziek: dat is tenslotte wat hun tragedie- en komediedichters dagelijks deden. Vandaar: goed gevonden, wanneer deze film ons eens laat lachen met de hedendaagse vedettentraining, -cultus en -commercialisering (air-Hercs e.d.), ons meesleept op zijn uitbundige gospelritmes (Hercules, dat was een soort Jezus voor de Grieken!), en ons tenslotte ook eens laat nadenken over het verschil tussen een commerciële vedette en een echte held.

 

Samengevat: Disney’s Hercules is een meesterwerk, dat niet de waardering kreeg die het verdient. Het is een gedroomde introductie in de mythologie, de bijbel van de oude Grieken. Bepaalde sequenties (de goden op de Olympus, de werken van Hercules, de dodenwereld met haar veerman, de hellehond Cerberus, rivieren en schimmen) verdienen het om beeld voor beeld bekeken en geanalyseerd te worden in lessen antieke cultuur (Latijn, Grieks) en geschiedenis van Griekenland. Verder helpt deze film vedettencultus en commercialisering, waarden en onwaarden van onze tijd bespreekbaar te maken. Een nuttige illustratie of aanvulling bij leefsleutels ?

Tot slot: Zin in nog meer Griekse mythologie? Op DVD zijn de volgende titels beschikbaar:

Jason and the Argonauts (TV-miniserie), 1999.  De oudst bekende avonturenserie uit de Griekse mythologie. De zeemansverhalen over Jason en zijn gezellen werden door Home­rus gebruikt voor zijn epos over Odysseus. Middelmatige kwaliteit.
   
Jim Henson, The Storyteller (Griekse mythen en sagen), 2002. Een eenvoudige, maar intelligente verfilming van de mythen over Theseus en  de Minotaurus, Orpheus en Eurydice, Perseus en de Gorgon, Daedalus en Icarus. Ongeveer een half uurtje per mythe.
   
The Odyssey, 1997. Het verhaal van Odysseus, vanaf de geboorte van zijn zoontje Telemachus, over zijn deelname aan de Trojaanse oorlog en zijn avontuurlijke terugkeer, tot de hereniging met zijn vrouw Penelope en de wraak op de onbeschaamde vrijers. Een goede film, maar episch lang.

                        Jaak PEERSMAN
Vakgroep Klassieke Talen

Last update 10.03.03

Terug naar Latijn

Back to homepage